game, reset, match

Het is maandagochtend, de wekker maakt me net iets te vaak wakker. Ik besluit thuis te werken vandaag. Ongestoord, in eigen tempo en outfit.

Ton is zoals gewoonlijk al uit de veren en handelt het standaard ochtendritueel af. Sinds hij thuiszit houdt hij er een ijzeren discipline op na. Als ik in mijn just out of bed look beneden kom, staat er een heerlijke boterham met hagelslag voor me klaar. Na een snelle krant ga ik als een speer naar zolder, aan de slag.
Ik scan mijn mailtjes en neem de weekagenda door. Als ik opstartproblemen heb, heb ik vaak de neiging om lukraak dingen weg te werken. Stofzuigergeluiden van beneden leiden mij af. Als het schuiven met meubels is gestopt hoor ik een zware tred op de trap. Aan de andere kant van het flinterdunne scheidingswandje klapt de wasmachinedeur dicht.
‘Kopje koffie?’ steekt Ton vrolijk zijn hoofd om de deur.
‘Méns wat ben jij actief,’ is mijn bijna verwijtende antwoord.
‘Wat een weer hè? Ik heb de gordijnen beneden maar eens afgehaald, die zitten al in de was. Heb je ’t druk?’
Weg is ie alweer.

M’n blik dwaalt regelmatig af naar buiten, waar de lucht me frisblauw probeert te verleiden. Straks, beloof ik mezelf. Dan laat ik in het middaguur lekker Lola even uit.
Há, de bel!
Voordat ik rechtop sta heeft Ton al opengedaan.
‘Heb jij nog boter?’ hoor ik buurman vragen. Hij heeft sinds kort een organisatie adviesbureau bureau aan huis. De zaken zitten duidelijk nog in de opstartfase.
‘Ik wil appeltaart bakken. Heb ik alle ingrediënten, is de boter op.’
‘Tuurlijk,’ antwoordt Ton. ‘Wil je ook nog een zakje rozijntjes? En weet je wát je eens moet proberen?’
De twee wisselen druk allerlei appeltaartfeiten uit. Als de voordeur uiteindelijk dicht slaat roept Ton:
‘Ik ga lekker uitgebreid met Lola een plas om, genieten van de zon. Tot straks.’
Later op de dag wordt ook het door mij bedachte avondeten van tafel geveegd:
‘Ik heb een mooie marinade gemaakt. We eten nasi vanavond.’

De volgende dag ga ik weer naar de zaak. Waar ondanks het Nieuwe werken de lijntjes duidelijk zijn en de taken helder.

Ton zwaait me enthousiast uit.

Maart 2013

Deel deze pagina